Taal: inhoud en didactiek
Realistisch en toepassingsgericht
Staal gaat uit van de dagelijkste realiteit. Alle bronnen zijn levensecht en alle opdrachten zijn functioneel. Zo zien de kinderen de betekenis van taal in hun dagelijks leven. En dat motiveert!
Presenteren
De kinderen sluiten elk thema af met een eigen eindproduct. Dat kan een krantenartikel zijn, maar ook een presentatie of sportverslag.
Presenteren is een belangrijke vaardigheid in de huidige maatschappij. Met Staal ontwikkelen kinderen deze vaardigheid stap voor stap. Ze leren hoe ze hun presentatie het best kunnen voorbereiden en aan welke eisen ze moeten voldoen.
Directe Instructie
Staal maakt gebruik van het Interactief Gedifferentieerd model voor Directe Instructie (het IGDI-model). Hiermee vindt differentiatie al tijdens de instructie plaats.
Direct na de instructie controleren de kinderen met de eerste opdracht (‘Probeer het!’) of ze de uitleg snappen. Zo ja, dan werken ze zelfstandig verder aan de opdrachten in het werkboek. Kinderen die meer hulp nodig hebben, krijgen nu verlengde instructie. Aanwijzingen hiervoor staan in de handleiding.
Modeling als uitgangspunt
In het taalonderwijs is jouw rol als leerkracht heel belangrijk. Want goed voorbeeld doet volgen. Daarom staat modeling centraal: het hardop denkend voordoen.
Elke taalles begint met een uitleg in het onderdeel ‘Zo zit het!’. In instructiefilmpjes op het digibord doen bekende Nederlandse acteurs een taalstrategie voor. Daarna doe je de strategie zelf nog eens voor, met aanwijzingen uit de handleiding. Zo krijgen de kinderen twee goede voorbeelden te zien voordat ze zelf gaan oefenen.
Referentieniveaus en kerndoelen
Taaldeskundigen uit verschillende disciplines werkten mee aan Staal. De inhoud sluit daardoor volledig aan bij de Kerndoelen Nederlands en het Referentiekader Taal.
Referentieniveaus
Sinds 2010 zijn de referentieniveaus voor taal (en rekenen) van kracht. Voor het basisonderwijs geldt een fundamenteel niveau (1F) en een streefniveau (1S). Staal biedt leerstof aan op het streefniveau (1S/2F).
Dit Referentiekader Taal is door de SLO verder uitgewerkt in leerstofbeschrijvingen voor de taaldomeinen mondelinge taalvaardigheid, schrijven, begrippen en taalverzorging. Alle inhouden zijn in de methode opgenomen.
Kerndoelen
Staal sluit volledig aan bij de Kerndoelen Nederlands en het Referentiekader Taal. De 12 kerndoelen Nederlands zijn door Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) verder uitgewerkt in tussendoelen voor de groepen 3/4, 5/6 en 7/8. Staal voldoet ruimschoots aan deze kern- en tussendoelen.
Betekenisvol en levensecht
Staal slaat een brug naar het echte leven. Alle bronnen zijn realistisch en komen uit het dagelijks leven. Zo zien de kinderen het belang en de betekenis van taal.
Levensechte bronnen
Staal gaat over de dagelijkse realiteit. Alle teksten en foto’s in het bronnenboek gaan over situaties die de kinderen ook buiten de klas tegenkomen.
Geen schoolse illustraties met fantasieteksten, maar teksten uit de dagelijkse werkelijkheid. Bijvoorbeeld een reclametekst, een productverpakking of een ambtelijk stuk.
Thema’s als geluk, licht, jungle en China geven vorm aan de lessen. De bijbehorende opdrachten zijn functioneel. Zo leren kinderen het belang en de betekenis van taal.
Betekenisvol eindproduct
Binnen elk thema werken de kinderen toe naar een betekenisvol eindproduct. Ze schrijven bijvoorbeeld een ingezonden brief, een brochuretekst of een minipresentatie. Zo maakt Staal het taalonderwijs functioneel en realistisch. Dit brengt taal tot leven. En dat motiveert.
Samenwerkend leren
In het werkboek staan pictogrammen die duidelijk maken aan welke opdrachten de kinderen samenwerken. Dit kan in tweetallen, viertallen of met de hele groep.
Tops en tips
Bij het maken van de eindproducten geven de kinderen feedback op elkaars werk. Op basis daarvan passen ze hun eindproduct aan.
Taalspel voor de hele groep
In de laatste week van ieder thema is er een leuk taalspel voor de hele groep. Dit spel vind je in het werkboek.
Grammatica
Staal is de eerste methode die spelling en grammatica samen aanbiedt. Eigenlijk is dat heel logisch. Kennis van woordsoorten en zinsdelen is nodig om woorden goed te kunnen schrijven. In de grammaticalessen komen woordsoorten, zinsdelen en leestekens aan bod.