Leeslink
Didactiek en organisatie
Didactiek en organisatie
Leeslink is de eerste complete digibordmethode waarmee je de kerndoelen voor begrijpend en studerend lezen haalt. Elke week staan nieuwe teksten, opdrachten en filmpjes online. Zo brengt Leeslink de wereld in je klaslokaal. Dat motiveert de kinderen en past goed in het huidige mediatijdperk. De methode sluit bovendien aan bij de nieuwe referentieniveaus.
Didactische ondersteuning
Met het digibord kun je de strategiefilmpjes afspelen en tekstdelen markeren.
Strategiefilmpjes
In aparte strategiefilmpjes krijgen kinderen elke leesstrategie uitgelegd. Ze passen de strategie ook direct toe. Elke strategie komt in meerdere filmpjes terug en wordt steeds verder uitgebreid.
Markeerdidactiek
Met Leeslink markeer je gemakkelijk tekst op het digibord. Markeren van belangrijke tekstdelen geeft de kinderen steun en maakt het makkelijker een tekst te begrijpen.
En verder
Op het digibord vind je ook uitleg over de leerdoelen en handige leerhulpjes.
Begrijpend kijken en luisteren
Leeslink activeert de voorkennis van kinderen met filmpjes, geluidsfragmenten en foto’s. Ook hierbij gebruiken we de 7 leesstrategieën.
Tekstbegrip door leesstrategieën
Leeslink leert kinderen écht begrijpend lezen. Ze leren precies hoe en wanneer ze een strategie kunnen inzetten om een tekst te begrijpen.
Leeslink gaat uit van de 7 evidence-based leesstrategieën die zorgen voor een beter tekstbegrip. Dit bereidt kinderen goed voor op het voortgezet onderwijs. De 7 leesstrategieën van Leeslink zijn:
1. Doel bepalen: waarom lees ik de tekst?
2. Voorspellen: waar gaat de tekst over?
3. Voorkennis ophalen: wat weet ik al over het onderwerp?
4. Herstellen: wat doe ik als ik het niet meer snap?
5. Vragen stellen: welke vragen zie ik?
6. Visualiseren: welk plaatje past bij de tekst?
7. Samenvatten: hoe vat ik de tekst samen?
Woordenschat
Leeslink besteedt systematisch aandacht aan de herstelstrategie. Kinderen leren wat ze moeten doen als ze de tekst niet snappen of een woord niet kennen. Ze krijgen hierbij hulp van leeshulpjes en woordschema’s.
Duidelijke leerlijn
Leeslink heeft 3 niveaus. Elke leesstrategie komt per niveau jaarlijks 4 keer aan bod. Inhoudelijk gaan kinderen steeds verder de diepte in:
* Start in januari, 1 les per week (basisabonnement)
Kinderen denken bij elke strategie terug: wat weet ik al? En in stapjes breiden ze hun kennis uit: wat leer ik nieuw?
In het leerlijnenoverzicht zie je in een oogopslag hoe de lesstof per leerlijn is verdeeld over de jaargroepen. Voor meer informatie klik je op een onderwerp.
Op MijnMalmberg vind je wekelijks de nieuwe onderwerpen en tekstsoorten.
Opbouw en planning leeslink
Leeslink is overzichtelijk en compact.
Het jaarprogramma omvat 36 weken, verdeeld in 4 blokken. Een blok bestaat uit 7 lesweken en een toetsweek. Daarna is er steeds 1 uitloopweek. Hierin kun je bijvoorbeeld werk inhalen, of de tijd nemen voor extra remediëring.
Aansluiting Cito
Leeslink bereidt kinderen goed voor op de Cito-toetsen. De vragen in het basis- en plusabonnement sluiten aan bij de Cito-toetsen voor begrijpend lezen. In de handleiding lees je welke vragen Cito-conform zijn.
De methodetoetsen van het basisabonnement bevatten enkele meerkeuzevragen. De extra toetsen in het plusabonnement zijn volledig Cito-conform, met alleen meerkeuzevragen. Je hoeft dus geen Cito-hulpboek te gebruiken.
Groepsoverzicht en groepsplannen
In de Mijn Malmberg-omgeving vind je een format voor een groepsoverzicht, voorbeeld-groepsplannen en een beknopte handleiding. Dit kan je helpen bij het indelen van de subgroepen en het toepassen van het directe instructiemodel.
Leeslink samen met Grip op lezen
Wil je de digibordsoftware in de middenbouwklassen graag aanvullen met lesboeken? Combineer Leeslink dan met Grip op lezen!
Beide methodes hebben dezelfde leerlijnen gebaseerd op de 7 evidence based leesstrategieën. Je werkt in groep 4 t/m 6 met Grip op lezen en in groep 7 en 8 met Leeslink. Vertrouwde strategieën, maar een andere manier van werken. Ook dit werkt extra motiverend voor de kinderen.
Eenvoudig differentiëren
Met Leeslink differentieer je eenvoudig volgens het Directe Instructiemodel. Er zijn differentiatiemogelijkheden per les. Ook kun je teksten van een lager of hoger niveau inzetten.
Meer informatieIdeaal voor combinatiegroepen Leeslink
In Leeslink is het programma voor alle jaargroepen hetzelfde, zodat iedereen met dezelfde strategie en hetzelfde onderwerp bezig is, maar op zijn eigen niveau.
De Brandweerclub
Station Zuid is de naam van de methode. Maar het is ook de naam van een oude brandweerkazerne in het stadje Zummel. Daar beleven de hoofdpersonages Flo, Max, Tjeng, Anna en Melvin allerlei spannende avonturen.
De kinderen zijn net zo oud als de kinderen in de groep. Samen hebben ze De Brandweerclub opgericht. Je luistert naar hun belevenissen via de digibordsoftware. Dit motiveert kinderen om zelf te gaan lezen en over het verhaal te praten.
Als extra stimulans bevat het vervolgverhaal cliffhangers. Deze dagen de kinderen uit om thuis verder te lezen op debrandweerclub.nl. Zo draagt Station Zuid echt bij aan de leesbeleving en het enthousiasme van alle kinderen.
Verschillen in tempo en niveau
De lesstof voor groep 5-8 is op 2 niveaus geschreven: groep 5-6 en groep 7-8. Om bepaalde kinderen meer uitdaging te bieden hebben alle thema’s van Naut Meander Brandaan niveau- en tempodifferentiatie.
Bij de niveaudifferentiatie spreek je een hoger denkniveau aan. Bij tempodifferentiatie zijn het vooral ICT-vaardigheden die een rol spelen. Voor die opdrachten heb je dus altijd toegang tot internet nodig.
De differentiatie blijkt daarnaast uit de manier waarop kinderen werken aan de 21e-eeuwse vaardigheden. In stap 3 en bij de Uitdaging kunnen kinderen laten zien over welke vaardigheden en talenten ze beschikken en hoe ze zich hierin onderscheiden van anderen.
Toetsen van kennis en vaardigheden
Met Naut Meander Brandaan toets je kennis én vaardigheden. Per thema heb je 2 momenten waarop je de kinderen kunt beoordelen.
1. Toetsen van kennis
Na les 1 t/m 4 maken de kinderen een toets over het hele thema. De thematoets bestaat uit 10 gesloten vragen. Kinderen bereiden de opdracht voor met het onderdeel ‘Leren voor de toets’ en de diagnostische toets ‘test jezelf’.
2. Toetsen van vaardigheden
Het beoordelen van vaardigheden doe je met de toepassingsopdracht de ‘Uitdaging’. Je beoordeelt zowel het eindproduct van de Uitdaging als de samenwerking. Kinderen reflecteren hierbij zelf op hun werk. Samen met jouw observaties vormt dit het eindresultaat.
De resultaten van de thematoets en de uitdaging geven een goed beeld van de capaciteiten en het niveau van een kind. De thematoets en de registratie van de Uitdaging kun je op papier of digitaal laten maken. Met beide vormen toets je dezelfde doelen.
Voor groep 3 en 4 zijn er geen wereldoriëntatietoetsen. In groep 4 kun je het resultaat van de toepassingsopdracht gebruiken om vast te stellen of de kinderen de kennis en vaardigheden uit het thema beheersen en kunnen toepassen.