Hoe ga ik om met een dakpanklas?

Het kan zijn dat je een gemengde klas krijgt van basis met kader of van kader met gt. In die gevallen geldt steeds dat je in verband met de exameneisen het best kunt werken met het leerwerkboek van het hoogste niveau zodat je zeker weet dat de kader en gt-leerlingen alle examenstof behandeld krijgen.

Combi basis-kader
Dit werkt niet geheel zonder problemen vanwege de sterk afwijkende exameneisen tussen kader enerzijds en basis anderzijds. Je kunt bij deze combinatie wel de leerlingen allemaal dezelfde hoofdstukken laten doen, want de domeinen op het CSE zijn voor kader en basis hetzelfde. Bij een combiklas basis en kader is het van belang dat je de toetsing aanpast. Eventueel kun je de cijfers op de kadertoetsen die door b-leerlingen worden gemaakt, omrekenen naar b-cijfers via de formule: B = 0,8×K + 2

Combi kader en gt
Hier zijn de niveauverschillen (in de toetsing op het examen) minder groot. Je kunt opnieuw het best met de leerwerkboeken van het hoogste niveau werken, zodat je zeker weet dat de gt-leerlingen alle examenstof behandeld krijgen. Belangrijk is het om er bij een combinatieklas kader-gt rekening mee te houden dat op gt-niveau meer onderwerpen tot het CSE horen dan bij kader. Bij de voorbereiding op het examen zullen de kaderleerlingen een aantal hoofdstukken en paragrafen kunnen overslaan. Dat geldt voor:

  • hoofdstuk 5 in leerjaar 3 van het gt-werkboek,
  • hoofdstuk 3 en 4 in de 4e klas,
  • paragraaf 6 in hoofdstuk 8 van leerjaar 3 en
  • paragraaf 7 in hoofdstuk 1 van leerjaar 4.

Ook voor een combinatieklas kader-gt geldt dat de gt-toetsen iets lastiger zijn dan de kadertoetsen. Je kunt de toetsen aanpassen door gebruik te maken van de kadertoetsen. Ook hier is het mogelijk om via een omrekenformule de cijfers aan te passen: K = 0,8 × GT + 2 of (als u minder verschil wilt): K = 0,9 × GT + 1.